Behandeling Ooglidcorrectie

Ooglidchirurgie is een ingreep waarbij een teveel aan onderhuids vetweefsel of huid wordt weggenomen van de boven- en/of onderoogleden.

Symptomen

Naar mate u ouder wordt zal de huid rond de ogen vaak slapper worden. De huid gaat dan meer voor de ogen hangen. Dit kan als cosmetisch storend worden ervaren. Ook het zicht kan verminderen. Er kunnen klachten ontstaan van hoofdpijn, minder zicht en vermoeide ogen.

Wie komt in aanmerking?

Verschillende oogklachten of – aandoeningen worden veroorzaakt door een afwijking van vorm en/of functie van één of beide oogleden. De oogarts kan het voorstel doen de geconstateerde afwijking te corrigeren. Mogelijk vergoedt uw zorgverzekeraar de kosten voor de ingreep niet. In dat geval dient u deze kosten zelf te voldoen.

De ingreep

De ingreep wordt onder plaatselijke verdoving verricht. Na het inspuiten van de verdoving (in het ooglid niet in het oog) is de ingreep (bijna) pijnloos. Afhankelijk van de soort ingreep duurt deze 30-60 minuten. Aan het einde van de ingreep krijgt u pleistertjes op de wond, een drukverband en een koeltecompres. De pleistertjes moet u gedurende een week laten zitten. Wanneer de verdoving is uitgewerkt, kan u eventueel paracetamol als pijnstiller gebruiken.

Na de ingreep

Na de ingreep kunt u even bijkomen en zal de assistente uw wond controleren op nabloeden. Wanneer alles goed is mag u na circa 30 minuten na de ingreep weer naar huis. Wij adviseren u zich door iemand te laten begeleiden en te laten rijden. Deze persoon moet aanwezig blijven.
Er is bijna altijd een bloeduitstorting rond het behandelde oog te zien. Dit is normaal en deze “blauwe plek” trekt langzaam weg in circa 2 weken. Ook kunnen de ogen iets branderig aanvoelen doordat de ooglid / -leden nog niet goed sluiten.
Bij de ingreep zijn er hechtingen gebruikt. Voor het verwijderen van deze hechtingen krijgt u een afspraak ongeveer 7 dagen na de ingreep. Tot het verwijderen van de hechtingen kunt u de wond het beste met rust laten en droog houden ook tijdens het douchen. In verband met het risico op infectie raden wij het af om te baden/zwemmen als de hechtingen er nog in zitten.

Indien noodzakelijk krijgt u nog een afspraak bij de oogarts. Deze afspraak is voor de controle van de oogleden en het beoordelen van het uiteindelijke resultaat. Het gevoel in het bovenooglid is in de eerste maanden verminderd. Dit komt langzaam (na maanden) weer terug.

Bijwerkingen en complicaties

Evenals bij alle andere chirurgische ingrepen kunnen ook bij deze ingreep een aantal bijwerkingen en complicaties voorkomen. We noemen hier de meest voorkomende bijwerkingen maar ook zeldzame complicaties.

Asymmetrie van de huidplooi in beide bovenoogleden
Ook na een zeer zorgvuldige uitgevoerde ingreep kan het voorkomen dat er een verschil in hoogte bestaat tussen de huidplooi links en rechts. Een geringe asymmetrie is trouwens normaal, zowel voor als na correctie van het bovenooglid. Wanneer er na enkele maanden nog een duidelijke en storende asymmetrie van de huidplooi bestaat is dit soms te verhelpen door nog een reepje huid te verwijderen.

Littekens
Littekens zijn niet alleen het gevolg van de operatietechniek, ze zijn ook het gevolg van de reactie van de huid op de ingreep. Wanneer wonden bij u in het algemeen mooi genezen heeft u meer kans op een mooi litteken dan iemand bij wie littekens altijd goed zichtbaar blijven. Stoppen met roken bevordert een goede genezing. Met littekens moet u geduld hebben, pas na een jaar kunt u het resultaat goed beoordelen. Overigens proberen wij het litteken zoveel mogelijk in de huidplooi van het bovenooglid te plaatsen, zodat het zo min mogelijk zichtbaar is. U krijgt van ons een anti litteken crème, die gebruikt mag worden nadat de hechtingen verwijderd zijn.

Zwelling van het ooglid en ongevoeligheid van de ooglidrand
Een ingreep aan het bovenooglid leidt tot een tijdelijke vermindering van afvoer van lymfe, hierdoor is het onderste deel van de ooglidrand na de ingreep dikker. Dit verdwijnt geleidelijk, maar het duurt vaak enige maanden voor het ooglid volledig is hersteld.

Cysten
Op de plaats waar met de hechtnaald door de huid gestoken is kunnen zich soms kleine gele bobbeltjes (inclusiecystes) ontwikkelen. Meestal verdwijnen deze spontaan.

Kleurverschillen tussen de huid boven en onder het litteken
De kleur van de huid in het bovenooglid verloopt van boven naar onder enigszins van licht naar donker. Na het verwijderen van een teveel aan huid wordt dit kleurverschil tussen huid boven en onder het litteken soms zichtbaar. Kleurverschillen worden ook veroorzaakt door verwijding van de bloedvaten in het ooglid na de ingreep. Hierdoor is het bovenooglid de eerste tijd na de ingreep roder van kleur. Dit is vooral te zien bij mensen met een dunne huid en lichte huidskleur.

Een zandgevoel en irritatie van het oog door uitdroging
Doordat huid en spierweefsel uit het bovenooglid worden verwijderd wordt het ooglid minder zwaar. Door het litteken kan de sluitfunctie van het ooglid enigszins verminderen, vooral de eerste maanden na de ingreep. Bij patiënten die al een traanfilm van matige kwaliteit hebben of een lage traanproductie kan een (lichte) uitdroging van het hoornvlies optreden, wat een gevoel kan veroorzaken alsof er zand in het oog zit. Dit is een zeldzame complicatie, die zeer hinderlijk kan zijn. De behandeling bestaat uit het gebruik van kunsttranen.

Een uitpuilend oog door een nabloeding
Er bestaat een zeer kleine kans dat er na een ooglidoperatie een bloeding in de oogkas optreedt. Dit is een zeer ernstige complicatie. Wanneer door de bloeding het oog gaat uitpuilen moet u zo spoedig mogelijk contact met ons opnemen. De bloeding kan op de oogzenuw drukken en daarmee in het ergste geval blindheid veroorzaken. Gelukkig is deze complicatie zeer zeldzaam.